Mijn eerste Henk Lubberding Classic
Sinds een kort koersje op Sloten had ik mijn fiets de hele week niet meer gezien: het weer nodigde daartoe niet uit.
Toch stond ik zondagochtend om half zes naast mijn bed om samen met Maïté vanuit Haarlem af te reizen naar ’s Heerenberg voor mijn eerste deelname aan een Henk Lubberding Classic.
De avond tevoren had ik nog met mijn “bandje” op de planken staan rock & rollen dus alle spiertjes waren los.
Om in de eerste neutrale 80 km het niet aflatende harmonica-effect blijvend op te vangen had ik, toen het hok voorin dan eindelijk open ging, al twee paar remblokken versleten.
Vanaf mijn 300-zoveelste stek zag ik hoe aan de horizon een flinke kopgroep er als gekken vandoor ging.
Tijdens deze eerste stofwolk hing ik zelf aan de staart van een groep waaruit steeds meer renners terug zakten.
Ik had nog niet veel adrenaline aangemaakt, maar moest ik toch al meteen in de beugel en naar voren om niet ook te lossen.
Onderweg waaierde de boel regelmatig uit elkaar maar met een klein plukje mannen, landden we uiteindelijk op het wiel van een aardige groep voor ons.
Pffff, effe bijkomen.
Op een vuil klimmetje door het bos moest ik écht alles geven om het wiel voor me te “houden”.
Zeven, acht of negen keer moest ik bovenop de pedalen om de anderhalve meter die ik telkens verloor, steeds opnieuw goed te maken.
Gelukkig waren we nét op tijd boven voordat mijn sap helemaal op was.
Vlug een reep naar binnen werken, drinken en vasthouden.
Op de volgende klim brak ik toch.
Vóór mij reed een man of tien van mij weg terwijl achter me ook een ernstig gat viel, waardoor ik na de afdaling moest vaststellen dat ik aan het zwemmen was.
Terug laten zakken leek mij geen optie.
Daarvoor had ik dat zootje achter me toch niet los gereden?
Dan maar een tandje bij en proberen de ruimte van 250 meter vóór me dichten.
Na meerdere eenzame kilometers volle bak, had ik bij de eerste doorkomst in ’s Heerenberg het gat met hooguit twee meter weten te verkleinen, waardoor het onvermijdelijke dan ook plaats vond en ik even later warm werd onthaald door de mannen die mij van enige afstand een tijdje hadden zien spartelen.
Een 198-ste plek was mijn uiteindelijke deel, wat mij in eerste instantie enigszins tegen viel.
Analyse van de uitslag leerde echter dat er slechts 11 renners van boven de 50 jaar vóór mij waren gefinished.
Daar durfde ik dan wél weer mee thuis te komen.
Vanaf dat moment was het al een héérlijke dag!
De voldoening werd echter helemaal compleet toen ik uitrekende dat ik bij de 55-plussers zelfs het podium zou hebben gehaald!
Deze hele week kan niet meer stuk.
Tot volgend jaar Henk!
Douwe van der Kooi, 10 september 2009